Het voorstel voor de nieuwste Open data richtlijn van het kabinet houdt in dat overheidsdata beschikbaar komen voor bijvoorbeeld onderzoek, maar ook voor commercieel. Die data moeten volgens het voorstel ook doorzoekbaar zijn met software en te combineren zijn met andere data. Aangezien overheidsinformatie met publieke middelen is gegenereerd, is de gedachte dat deze meerwaarde ook weer aan de maatschappij ten goede moet komen. De AP is kritisch over het voorstel en vereist een wijziging in de Wet hergebruik van overheidsinformatie. De privacytoezichthouder waarschuwt voor het risico dat persoonsgegevens worden gedeeld zonder toestemming of medeweten van de mensen om wie het gaat.” De AP waarschuwt ook voor het risico dat gegevens die in eerste instantie niet tot een persoon herleidbaar zijn, door almaar krachtiger wordende computers (machine learning) wel herleidbaar kunnen worden. Nadrukkelijk stelt zij ook dat bevoegde ambtenaren niet voor de afweging van hergebruik van gevraagde gegevens verantwoordelijk moeten zijn, neen sterker nog: dat de betrokken gegevens alleen door een opt-in van degene om wiens gegevens wordt verzocht mogen worden vrijgegeven. Hergebruik van persoonsgegevens in openbare registers zou in principe verboden moeten zijn, waarbij vervolgens in regels vastgelegd wordt wanneer welke persoonsgegevens wél voor hergebruik beschikbaar mogen worden gesteld, en dus een uitzondering zijn op dat verbod.